Vraag 1: Wat is een POP?
Het POP is een soort psychologisch contract waarin zowel de leidinggevende als de medewerker afspreken zich in te spannen voor ‘elkaars’ ontwikkeling. In dit contract staan afspraken over de ontwikkeling binnen de huidige functie en/of de richting waarin de medewerker zich met zijn loopbaan wil ontwikkelen. De gemaakte afspraken passen in de missie en de strategische doelstellingen van de organisatie. Omdat de medewerker met een POP systematisch nadenkt over zijn werk, wensen en ambities, voorkomt hij dat die ontwikkeling ad hoc en intuïtief verloopt en stagneert.
Vraag 2: Wat is de aanleiding voor een POP?
Het POP is dus een instrument om blijvend motivatie, inzetbaarheid en veranderingsgezindheid van medewerkers te vergroten om zo de slagkracht van de organisatie blijvend te versterken.
Doordat de medewerker zich ontwikkelt wordt hij/zij breed inzetbaar, flexibel en veranderingsgezind, waardoor de organisatie ook aan slagkracht wint en medewerkers aan zich weet te binden. Win-win…
Vraag 3: Wat is de relatie tussen POP en loopbaanplanning?
- wat wil de medewerker bereiken (‘het willen’) en wat kan hij ontwikkelen (‘het kunnen’)?
- wat wil de organisatie bereiken (‘het moeten’) en wat kan de organisatie helpen ontwikkelen?
De antwoorden op deze vragen zijn de input voor ontwikkeltrajecten. In deze aanpak vormt de leidinggevende zich een beeld van het benodigde aantal medewerkers en hun competenties (kennis, vaardigheden/ervaring en persoonseigenschappen) om in de toekomst, net zo goed als nu, zijn afdelingsdoelstellingen te realiseren. Samen met het beeld van ‘het willen en kunnen’ van zijn huidige medewerkers maakt hij, samen met de medewerkers, afspraken over hun persoonlijke ontwikkeling die in lijn ligt met de plannen van zijn afdeling/sector/organisatie. Een POP staat dus niet op zichzelf en gaat verder dan de ‘hier-en-nu-situatie’.
Vraag 4: Wat is een SOP?
Vraag 5: Hoe bereidt een medewerker het POP-gesprek voor?
- de ontwikkelings- en opleidingsbereidheid of noodzaak
- de ruimte om zich binnen de functie verder te ontwikkelen
- wensen en belangstelling voor andere functies
- sterke en te ontwikkelen kanten en
- ambities
In de praktijk blijkt dat onderstaande vragen de medewerker helpen in zijn voorbereiding:
- Waar ben ik goed in?
- Maak ik daar in mijn huidige functie voldoende gebruik van?
- Op welke punten kan ik mijzelf verbeteren en wat zou ik daar over af kunnen spreken?
- Welke andere werkzaamheden vind ik leuk?
- Wat heb ik verder nog nodig om mijn werk goed te kunnen doen?
Vraag 6: Hoe bereidt een leidinggevende het POP-gesprek voor?
- hoe is de huidige personeelsbezetting in aantallen, leeftijd, lengte van het dienstverband, opleiding, ervaring van de afdeling?
- wat zijn de sterkten en hoe kunnen die verder uitgebouwd worden?
- wat zijn de zwakten en hoe kunnen die tot sterkten omgebouwd worden?
- welke kansen liggen in het verschiet?
- welke bedreigingen komen op de organisatie/afdeling af?
Met de antwoorden op deze vragen maakt de leidinggevende als het ware een foto van zijn afdeling over bijvoorbeeld twee jaar. Hij maakt voor zichzelf (en zijn medewerkers) zichtbaar welke medewerkers nodig zijn en geeft dus zicht op doorstroommogelijkheden.
Vraag 7: Welke soorten POP-gesprekken zijn er te onderscheiden?
Zo kunnen medewerkers verschillen in hun belangstelling voor persoonlijke ontwikkeling. ‘Ik zit hier goed, laat mij maar zitten’ en ‘ik ben toe aan een volgende loopbaanstap’, zijn hierbij twee uitersten.
Zo heeft de leidinggevende verschillende verwachtingen met betrekking tot het potentieel (groeimogelijkheden) van zijn medewerkers. Sommige van zijn medewerkers zitten aan hun plafond, zo is zijn inschatting en sommige goudvinken zullen hem in de toekomst zeker voorbijstreven.
In de onderstaande tabel zijn de mogelijkheden voor belangstelling en potentieel (hoog – laag) opgenomen.
Vraag 8: Hoe is de insteek bij een POP-gesprek met een medewerker die geen ambitie meer heeft?
Vraag 9: Wat is de insteek bij een POP-gesprek met een medewerkers die zich overschat?
Doel van het POP-gesprek is de medewerker voorzichtig (in verband met de mogelijke emotie) maar niet omzichtig duidelijk te maken dat het voor zijn eigen ontwikkeling beter is nog een aantal jaren met de ‘benen in de beek’ te staan, zijn neus te stoten en geconfronteerd te worden met de gevolgen van door hem zelf ingezette acties of ontwikkeld beleid. Deze ervaring maakt hem rijper en waardevoller voor een volgende functie.
Vraag 10: Wat is de insteek bij een POP-gesprek met een medewerker die zich onderschat?
Bij ‘niet weten’ kunnen testen of opdrachten een hulpmiddel zijn om het beeld van een mogelijke toekomstige functie scherper te krijgen. Bij ‘onderschatten’ is een 360 graden feedback een uitermate nuttig instrument. De ervaring leert dat een positiever beeld van de (werk)omgeving over een medewerker dan het zelfbeeld van medewerker over zich zelf, als een ‘eye-opener’ werkt. Vaak is deze bewustwording een aanzet is om medewerkers in beweging krijgen. Deze gesprekken doen een beroep op de counselingvaardigheden van leidinggevenden.