Verdien ik wel genoeg? Tweede Kamerlid, 7.311 euro bruto per maand

Het zijn economisch zware tijden. Salarissen blijven op de nullijn, er vallen ontslagen. Zouden politici ook niet wat moeten afstaan?

De lezers van de rubriek ‘Verdien ik wel genoeg?’ in de Volkskrant (doorgeplaatst op Intermediair) vinden dat politci de hand in eigen boezem moeten steken wat betreft bezuinigingen.

Een Tweede Kamerlid krijgt 7.311,56 euro bruto aan schadeloosstelling per maand. Daarnaast krijgen leden van de Tweede Kamer ook een eindejaarsuitkering van 8,3 procent, ruim 7.200 euro. ‘Moeten politici ook niet eens hun eindejaarsuitkering van 8,3 procent schrappen van hun ‘toch wel redelijk inkomen’, vraagt een lezer zich af. En: ‘Kan dat überhaupt?’ Het zou die lezer in ieder geval schappelijk lijken.

‘Parlementsleden moeten dat zelf kunnen kiezen’

Jacco van den Berg – Van den Berg Training & Advies: ‘Het lijkt mij dat volksvertegenwoordigers vrij zijn in hun keuze om deze eindejaarsuitkering wel of niet te willen ontvangen. Behalve dan de Kamerleden van de SP. Deze partij heeft een afdrachtregeling en dat betekent dat zij hun gehele salaris aan de partij moeten afdragen. Op hun beurt ontvangen Kamerleden, maar ook onder andere wethouders van deze partij uit de SP- partijkas een modaal salaris.’

‘Jouw vraag past in deze tijd. Momenteel laait de discussie over de kosten van ons koningshuis weer op. ‘Daar beslist het parlement over’, was het antwoord van onze koning in een tv-interview op een vraag over dit onderwerp. Vaak blijft het bij zo’n discussie. Wellicht dat Kamerleden zich solidair verklaren met gepensioneerden die er op achteruit zijn gegaan of met landgenoten die al jaren op de nullijn zitten. Heel misschien zijn ze het met jouw opvatting eens dat hun salaris voldoende is en zijn zij bereid af te zien van hun eindejaarsuitkering.’

#Verdien ik wel genoeg? Tweede Kamerlid, 7.311 euro bruto per maand

Bijdrage aan bezuinigingen?

Maarten Stigter – Berenschot: ‘De morele druk op het inkomen van politici is hoog, zeker in tijden van crisis. Zo maakte president Obama onlangs bekend dat hij vijf procent van zijn salaris (à $ 400.000,-) inlevert ‘uit solidariteit met ambtenaren die getroffen worden door de recente bezuinigingsmaatregelen.’ In Italië ziet premier Monti zelfs helemaal af van enige vergoeding, en parlementsleden van de vijfsterrenbeweging van Beppe Grillo leveren vrijwillig de helft van hun maandsalaris in.’

‘Door deze persoonlijke offers wordt het begrotingstekort van het land uiteraard niet substantieel teruggebracht, maar het morele signaal dat er vanuit gaat is niettemin even helder als sympathiek. Hoe voorbeeldig moet een politicus eigenlijk zijn? Is er niet een risico op averechtse effecten van deze morele druk? De problemen die president Hollande in Frankrijk heeft met zijn ‘schone’ politiek zijn recent pijnlijk aan de oppervlakte gekomen door het gedwongen aftreden van de minister van begroting, Cahuzac, die er een geheime Zwitserse bankrekening op na bleek te houden.’

‘Ook een aantal Grillini in Italië (parlementsleden van de beweging van Beppe Grillo) ligt inmiddels onder vuur. Afzien van de helft van het maandsalaris is één ding, maar het blijkt in de praktijk ook voor de Grillini toch lastig om alle onkostenvergoedingen en andere bijkomende financiële privileges te versmaden, die in Italië een veelvoud zijn van het eigenlijke maandsalaris.’

‘Enige jaren geleden werd in de Nederlandse politiek overigens nog de omgekeerde discussie gevoerd: verdienden politici (met name ministers) niet te weinig? De angst bestond dat de lonen voor politieke ambtsdragers teveel achterbleven bij wat vergelijkbare functionarissen in het bedrijfsleven zouden kunnen verdienen en dat dit ten koste zou gaan van de kwaliteit van degenen die bereid waren zich te kandideren voor politieke functies.’

‘Ieder moment kan je je baan kwijt zijn’

‘Naast het kwaliteitsargument (en de vergelijking met het bedrijfsleven) wordt steevast verwezen naar het ‘afbreukrisico’  voor politici, ter rechtvaardiging van een goed inkomen. Het politieke leven is ongewis. Op ieder moment kan het afgelopen zijn: soms door eigen toedoen, maar lang niet altijd.’

‘Uit onderzoek van Nieuwsuur in januari 2013 bleek nog hoeveel moeite het vaak kost voor niet herkozen Tweede Kamerleden om weer aan het werk te komen. Daarbij ervaart een kwart van de oud-politici hun kamerlidmaatschap zelfs als een uitgesproken nadeel bij het vinden van een baan. Dat het salaris van kamerleden formeel ‘schadeloosstelling’ wordt genoemd, is wellicht geen toeval…’, besluit Maarten Stigter van adviesbureau Berenschot.

Minder dan Duitsland, meer dan het Verenigd Koninkrijk

Hoe hoog is het inkomen van onze Tweede Kamerleden nu eigenlijk? In vergelijking met de ons omringende landen is het niet buitensporig. Een Tweede Kamerlid verdient zo’n 7.300 euro per maand (exclusief de door de vragensteller gewraakte eindejaarsuitkering van 8,3 procent). Ter vergelijking: een Duitse parlementariër verdient 12.600 euro en een lid van de Italiaanse ‘Camera dei Deputati’ maar liefst 16.000 euro. Anderzijds: in het Verenigd Koninkrijk verdienen parlementariërs ‘slechts’ 6.600 euro en in België 5.500 euro.

Ter vergelijking: Europarlementariërs incasseren zo’n achtduizend euro aan salaris, en ontvangen daar bovenop nog een standaardtoelage van 4.300 euro voor ‘algemene onkosten’, naast allerlei andere toelagen en vergoedingen (zoals een dagvergoeding van driehonderd euro).

De lezers van de rubriek ‘#Verdien ik wel genoeg?’ vragen zich af wat politici kunnen afstaan aan #inkomen

Verontwaardiging over de vergoedingsregelingen voor Europarlementariërs heeft overigens een (vanuit de Nederlandse politieke verhoudingen curieus) monsterverbond opgeleverd tussen VVD-er Hans van Baalen en SP-er Dennis de Jong, die zich gezamenlijk hebben uitgesproken voor een versobering van de vergoedingsregeling voor Europarlementariërs.

Salaris relatief bescheiden

Sec beoordeeld op de functiekarakteristieken is het salaris van Tweede Kamerleden van in totaal (inclusief die eindejaarsuitkering) iets meer dan een ton, relatief bescheiden. In andere sectoren worden voor functionarissen met een vergelijkbare functiezwaarte soms salarissen betaald die kunnen oplopen tot honderdvijftig à honderdzeventigduizend euro.

Het verschil is natuurlijk wel dat kamerleden niet solliciteren, maar worden gekozen. En in de meeste gevallen worden ze niet zozeer individueel gekozen, maar in de slipstream van een lijsttrekker, nadat ze via soms onduidelijke partijpolitieke kanalen op ‘de lijst’ zijn gekomen.

Daarmee is zowel het wervings/selectie- als het functionerings/beoordelingsmechanisme bij politici nogal afwijkend van iedere andere baan. Over de individuele geschiktheid en prestaties zegt dit verder weinig. De vraag of ieder kamerlid capabel is en kan voldoen aan de gestelde functie-eisen, is een heel andere kwestie.